‘3 passes trek’: 19 dagen door het Himalaya gebergte in Nepal

door Bertine Travels
0 reacties

Onze ‘3 passes trek’ in de Everest-regio van Nepal bracht ons door het meest dramatische berglandschap dat ik ooit heb gezien. Negentien dagen lang waren we omringd door talloze 6000+ meter hoge bergen, waarvan Everest uiteraard de hoogste is. We gingen drie bergpassen over van rond de 5500 meter (vandaar de naam ‘3 passes trek’). Aanvullend beklommen we drie ‘heuvels’ tussen de 5350 en 5650 meter, én maakten we een kleine omweg naar Everest Base Camp.

Deze trek is een van de mooiste en compleetste tochten in de regio, maar ook een van de zwaarste. Maar hé, we komen hier maar eens in ons leven, toch? Dus wilden we ook alles zien. Ondertussen werden we beiden ziek (zware verkoudheid en hoofdpijn) en kregen we allebei een lichte voedselvergiftiging (niet tegelijk). We hebben het steenkoud gehad (-18 graden in de nacht) en hebben ons op momenten zwaar ellendig gevoeld. Om nog maar niet te spreken over het gebrek aan douches (en stromend water). Ik durf gemakkelijk te zeggen dat dit de zwaarste tocht was die ik ooit gelopen heb. Zowel fysiek als mentaal. Maar we hebben het volbracht. En terugkijkend naar de foto’s is het afzien al weer snel vergeten en genieten we volop na van al het moois dat we hebben gezien.

In deze blogpost neem ik jullie mee op onze tocht.

Dag 1 tot 6: Langzaam acclimatiseren van Lukla (2.845m) naar Chukung (4.730m)

Samen met onze gids, Sonsa Tashi, vliegen we vanaf Kathmandu (de hoofdstad van Nepal) op de “meest gevaarlijke” luchthaven ter wereld (leuk als je vliegangst hebt) en komen we gelukkig veilig aan in Lukla. Daar ontmoeten we onze drager, Pasang.

Ontmoet onze gids Sona Tashi (links) en onze drager Pasang (rechts)

Vanaf hier is de enige vorm van vervoer de benenwagen of een peperdure helikopter. Autowegen zijn er niet. De eerste zes dagen lopen we relatief korte afstanden waarbij we telkens iets hoger slapen. We gaan eerst van Lukla (2.845m) naar Phakding (2.610m) en vervolgens naar Namche (3.440m). We zijn nog niet bepaald in de “middle of nowhere”. We komen langs veel dorpjes en delen het pad met muilezels, koeien, yaks, porters en natuurlijk met andere toeristen.

Om goed te acclimatiseren verblijven we twee nachten in Namche. Namche is van oorsprong hét dorp waar alle Sherpa’s  van verschillende dorpjes bij elkaar kwamen voor handel. Inmiddels is Namche volledig ingericht op wandelaars: het staat er vol met hostels, lekkere bakkerijtjes en outdoor winkels. Alles wat je als wandelaar nodig hebt, kan je kopen in Namche.

Namche

Op onze ‘vrije dag’ lopen we naar het Everest View Hotel, vanwaar we een goed uitzicht hebben op Everest.

We vervolgen onze route naar boven via Tengboche (3.870m) en Dingboche (4.410). Langzaamaan verwijderen we ons verder van de drukkere dorpjes en krijgen we steeds meer het gevoel in de bergen te zijn. Onderweg lopen we langs talloze stupa’s en stoppen we bij een aantal kloosters. Van Sona Tashi, leren we veel over de Sherpa-cultuur. Sherpa’s komen van oorsprong uit Tibet en Sherpa cultuur kent meer overeenkomsten dan verschillen met de Tibetaanse cultuur.

Op weg naar Tengboche komen komen we dit soort stupa’s tegen.

Tot Dingboche lopen we op de klassieke route naar Everest Base Camp. Dat betekent dat we nog relatief veel anderen tegen komen. Althans, wij vinden het eind november nog behoorlijk druk op de paden. Maar volgens Sona Tashi is dit niets vergeleken met de drukste maanden van het jaar (oktober en mei). Hij vertelt ons dat alle wandelingen in deze maanden al snel twee uur langer duren omdat het zó druk is dat er files op het pad ontstaan. Wow! Zijn wij even blij dat we net buiten het hoogseizoen zijn!

Voor het koffie café in Dingboche hangen posters van de ‘secret bamboo grove’ in Japan – waar wij ook zijn geweest…. LOL

Na Dingboche wordt het overigens écht rustig op het pad. Heerlijk! Eindelijk het gevoel alleen in de bergen te zijn!

Op weg naar Chuckung. Er zijn bijna geen andere mensen meer op het pad!
En daar ligt Chuckung!

Dag 7 en 8: Chukung (4.730m) en beklimming van Chukung Ri (5.364m) en Chukung Peak (5.550m)

Oh nee, de eerste dag in Chukung ben ik ziek! Geen hoogteziekte. Maar wel een zware verkoudheid en enorm veel hoofdpijn. Diederik voelt zich wel goed en gaat samen met Sona Tashi en Pasang een piekje beklimmen. Diederik dacht Chukung Ri (5.,364m) te gaan beklimmen. Maar, zonder dat hij het echt door had, zijn ze zelfs nog wat hoger geklommen, namelijk naar Chukung Peak, op 5.550m hoogte! Wauw. Helaas voor Diederik was het deze dag niet heel mooi weer. Wel droog, maar erg bewolkt. Desondanks ben ik onder de indruk van zijn foto’s.

Diederik’s foto van vanaf Chukung Peak

De volgende dag voel ik me beter en ik besluit ook een poging te wagen. Naar Chukung Ri weliswaar. Ik wil mijn krachten enigszins sparen voor de volgende dag, wanneer we de eerste pas gaan oversteken. Diederik neemt vandaag een lekkere rustdag.

mijn foto vanaf Chuckung Ri

Dag 9: van Chukung (4.730m) naar Lobuche (4.910m) via de Kongma La pas (5.535)

Dit is een grote dag. Onze eerste pas. We vertrekken om 06.30 uur ’s ochtends. Gemiddeld hebben wandelaars 8 á 9 uur nodig om de pas over te steken maar in de praktijk kan het ook oplopen tot 10 of zelfs 12 uur. Omdat we nog niet zo goed weten hoe we onze krachten met het ‘gemiddelde’ moeten vergelijken, vertrekken we voor de zekerheid erg vroeg.

De klim gaat lekker. Ja, het is zwaar. Maar tegelijkertijd is het ook goed te doen. De luchten zijn schitterend blauw en we genieten met volle teugen van het uitzicht. Vlak voor de top komen we bij een bevroren meer. Diederik durft er, tot grote schrik van Sona Tashi, zelfs op te gaan staan! Gelukkig gaat het goed! Natuurlijk gaat het goed. Wij Nederlanders zijn wel gewend om ijs vanaf 5cm dikte ruim voldoende te vinden 😉.

Vanaf dat moment hoeven we nog maar een klein stukje steil naar boven. En, voordat we het door hebben, staan we al op de top! We did it!

We staan op 5.535m hoogte. En wat een emotie. Ik ben zo blij en trots op mezelf dat ik het niet helemaal droog houd. Normaal ben ik zo nuchter. Maar nu sta ik toch te janken. Ik maak er toch maar even een selfie van voor het plakboek.

Daarna gaat het eerste stuk stijl naar beneden en uiteindelijk moeten we nog een gletsjer over. De gletsjer is geheel bedekt met steengruis. Het is geen technische wandeling. En dan ineens is de hut er. En daarmee zijn we in Lobuche (4.910m) aangekomen. Dat betekent ook dat we weer terug zijn op de klassieke route naar Everest Base Camp en er een gezellige drukte in de hut heerst.

We vragen aan Sona Tashi hoe lang we erover gedaan hebben. Iets minder dan 7 uur, zegt hij. Minder dan 7 uur?!?! Wow. Wij dachten nog wel dat we héél langzaam waren, met alle foto’s die we tussendoor maakten. Maar we hebben het dus echt snel gedaan! Trots strijken we neer voor een theetje en wat momo’s (dumplings).

 Dag 10: Lobuche (4.910m) naar Gorakshep (5.160m) en zonsondergang op Kala Patthar (5.645m).

We slapen deze ochtend enigszins uit en rond 09.00 uur vertrekken we naar Gorakshep. Gorakshep is de uitvalsbasis voor een bezoek aan Everest Base Camp. De meeste mensen wagen daarnaast ook een poging tot de beklimming van Kala Patthar, want vanaf daar kan je Everest goed zien.

Omdat wij zowel Everest Base Camp bezoeken én Kala Patthar beklimmen, overnachten we in Gorakshep. Dit wordt onze hoogste overnachting, op 5.160m. Ongeveer de helft van de mensen die we daar spreken, hebben in meer of mindere mate last van hoogteziekte. Wij voelen ons gelukkig helemaal goed.

’s Middags vertrekken we naar de top van Kala Patthar zodat we vanaf daar zonsondergang kunnen zien. We zijn op 5645 meter! Een nieuw record!

Uitzicht vanaf de top van Kala Patthar
De middelste piek is Everest

Dag 11: Everest Base Camp (5.364m) en terug naar Lobuche (4.910m)

Veel mensen waarschuwden ons van te voren dat Everest Base Camp niet zo bijzonder is om te zien in november. Ten eerste kan je daarvandaan Everest niet zien en ten tweede zijn er geen klimmers, waardoor de plek saai en verlaten zou zijn. Veel wandelaars die de 3 passes trek lopen slaan Everest Base Camp zelfs helemaal over. Dus wat vonden wij ervan? Daar kan ik simpel over zijn: wij vonden het super gaaf om het gezien te hebben. Het is een schitterende wandeling ernaartoe en ook de plek zelf is erg fotogeniek. En bovendien: het is zo’n iconische plek. Het is heel bijzonder om er zelf geweest te zijn. Dus ik zeg: absoluut niet overslaan!

Onderweg naar Everest Base Camp
Everest Base Camp. Ook al zie je Everest niet, het is toch een schitterende plek?

Dag 12: van Lobuche (4.910m) naar Dzonglha (4.830m)

Deze dag was nagenoeg een rustdag. In 2 uur liepen we naar Dzonglha (4.830m). En verder hebben we niks gedaan. Heerlijke dag dus. De nacht.. daarentegen… wauw wat was díe koud. Alles bevriest deze nacht.

Onderweg liepen we tegen dit mooie meer aan!

Dag 13: van Dzonglha (4.830m) naar Thangnak (4.700m) via Cho La Pas (5.420m)

Als ik wakker word, ben ik ziek en misselijk. Het lijkt erop dat ik een lichte voedselvergiftiging heb opgelopen! Misschien was het die fantastische ei met kaas-sandwich van gisteren?

Hoe ziek ik me ook voel, we besluiten wel de pas over te gaan. Alles beter dan nog een nacht in dat ijskoude, verlaten en ongezellige Dzonglha. De zon is nog lang niet over de bergen en het is nog steenkoud als we de tocht beginnen. Elk kwartier moet ik de tocht onderbreken voor een openlucht toiletbezoek. Onderstaande foto laat, denk ik, goed zien hoe ik me voelde… Dankzij wat medicijnen voel ik me na een uur gelukkig wat beter. Vooral als het zonnetje ook door komt.

Het meeste had ik me verheugd op het laatste stuk van de pas. We moeten namelijk over ijs en sneeuw. En daarvoor zijn crampons nodig! En niet veel later staan we op de top. Misschien is het de adrenaline, maar ik voel me ineens een stuk beter!

Nu eventjes chillen in de zon 🙂

Dag 14, 15: van Thangnak (4.700) naar Gokyo (4.800) en beklimming van Gokyo Ri (5.357m)

We beginnen deze dag met een makkelijke en korte wandeling over de gletsjer (bedekt met steengruis) naar Gokyo (4.800m). Na een kleine twee uur kunnen we onze eerste blik werpen op het schitterende turquoise meer bij Gokyo. Wat ligt Gokyo mooi! Als we aankomen kiezen we een hut uit, direct naast het meer. En vanuit onze kamer hebben we het mooiste uitzicht!

Eerste blik op Gokyo

’s Middags beklimmen we Goyko Ri (5.357m). Dit is niet onze hoogste beklimming van de tocht. Maar wát hebben we deze beklimming onderschat! De klim gaat stijl naar boven en er komt geen einde aan. En elke keer denken we er bijna te zijn en dan zijn we er nóg niet. Het is een worsteling. Maar zoals jullie kunnen zien: we hebben het volbracht. En het uitzicht was één van de beste uitzichten van de tocht.

Als we terug zijn in Gokyo schijnt het ligt super mooi op het meer. Kan je de eendjes spotten?

De volgende dag hebben we een rustdag gepland. Een dag helemaal niks doen en taartjes eten bij de bakkerij. Ik word wakker en denk alleen aan appeltaart. Diederik echter, denkt alleen maar aan de wc. Nu heeft Diederik voedselvergiftiging. Oh nee! Bedrust voor Diederik dus…

Dag 16: van Gokyo (4.800m) naar Lumde (4.368m) via Renjo La pas (5.345m)

Vandaag staat de laatste pas op het programma. De Renjo La (5.345m). Ik heb er zin in. Na de rustdag ben ik helemaal uitgerust. Diederik daarentegen voelt zich nog behoorlijk verzwakt van de voedselvergiftiging. Al snel blijkt dat dit voor hem écht een zware beklimming wordt. Bijna niet te doen. In mijn achterhoofd houd ik er rekening mee dat we misschien moeten terugkeren. Diederik voelt zich overduidelijk nog echt niet lekker. Maar hij bewijst enorme mentale veerkracht te hebben. Hoewel opgeven zeker door zijn hoofd speelt, is dat niet wat hij doet. En binnen een hele nette tijd staan we samen op de top! We hebben het gedaan: de drie passen én de beklimming van de drie heuvels/piekjes én Everest Base Camp! We vieren een klein feestje op de top. Tot dit moment geloofde ik nog niet voor de volle honderd procent dat we de hele tocht zouden volbrengen. Sona Tashi vertelt dat er véél mensen zijn die halverwege afhaken. Maar wij niet! Wij hebben het gedaan!

Vanaf nu is het alleen nog maar naar beneden. Nu Diederik zich niet langer zwaar fysiek hoeft in te spannen, voelt Diederik zich gelukkig ook beter worden. Vanaf nu wordt het alleen maar gemakkelijker. En vooral ook: warmer! Lachend en elkaar plagend lopen we naar Lumde (4.368m).

Dag 17, 18 en 19: van Lumde (4.368m) via Thamo (3.480m) en Monjo (2.835m) naar Lukla (2.845m)

We dalen nog eens 1.500 meter af. Met elke stap wordt de temperatuur aangenamer. Onderweg bezoeken we het klooster in Thame. Wat is dit klooster schitterend in de bergen gelegen!

Een enorm kunstwerk op de muur!

Op de achttiende dag lunchen we in Namche. We zijn weer in de semi-bewoonde wereld. Dat betekent: koffie met appeltaart!

Ook komen we steeds dichterbij een warme douche! In Monjo is het dan eindelijk zo ver. Onze eerste warme douche in 15 dagen. Zooooo fijn!

Dag 20: naar Kathmandu

En dan eindelijk: terug naar Kathmandu. Gelukkig is het deze dag mooi weer. Het komt namelijk wel eens voor dat het dagen achter elkaar slecht weer is en er geen vluchten vanuit Lukla naar Kathmandu vertrekken. Wat een hel moet dat zijn!

Lukla luchthaven: een startbaan van 460 meter (met een hellingspercentage van 12%) met aan het einde een ravijn van 700 meter diep. Brrrr….

Wij zijn er helemaal klaar voor om terug naar Kathmandu te gaan! De tocht was schitterend, maar ik ben mentaal echt tegen mijn grenzen aangelopen. Ik ben heel blij dat we dit hebben gedaan. Tegelijkertijd heb ik wel geleerd dat een tocht van 19 dagen éigenlijk net iets te lang voor mij is. Teveel dagen afzien. De kou, het niet kunnen douchen, het verkouden/ziekig zijn en daarvan niet kunnen bijkomen, het ‘behelpen’ met slaapzakken, hurktoiletten, bevroren spullen, etc. Het was absoluut een once in a lifetime-ervaring. Maar dat gezegd hebbende, wat was het mooi!

Klaar voor Kathmandu!

Misschien vind je dit ook leuk

Geef een reactie